Tips van Anna over het Louvre

De kunstcollectie van het Louvre kent een lange geschiedenis.

Alle koningen kochten (of veroverden) graag kunst, maar Lodewijk XIV en zijn minister Colbert spanden de kroon. De kunstschatten van deze zonnekoning pasten niet meer in Versailles.  Het Louvre, dat al sinds 1682 leeg stond, werd daarom gebruikt als pakhuis.  Zijn opvolger Lodewijk XV had minder interesse in collecties. Hij omarmde het idee van Diderot (de redacteur van de Encyclopédie) om de collecties die in het Louvre bewaard werden, open te stellen voor het grote publiek.

Precies in 1789 was alles klaar...

Tijdens de verbouwingen van het afgetakelde Louvre vestigden zich  kunstenaars en  ambachtslieden in het voormalige paleis, waar ook leerlingen werden opgeleid. 

Toen de verbouwingen gereed zijn, gooide de Franse Revolutie roet in het eten, maar in 1793 werd de eerste verjaardag van de val van de monarchie in de Grande Galerie van het Louvre alsnog gevierd met de opening van het Museum van de Republiek. Alle koninklijke collecties en kunstwerken die uit de kerken en het buitenland waren geconfisqueerd, konden vanaf nu aan het publiek worden tentoongesteld.

 

Napoleon droeg dankzij zijn buitenlandse veroveringen in grote mate bij aan de uitbreiding van de kunstcollectie. Bij een van de overwinningsparades voor uit Italië geroofde Grieks-Romeinse beelden werd met een spandoek gezwaaid: Griekenland heeft hen afgestaan, Rome heeft ze verloren. Hun lot veranderde twee keer, maar dat zal nu niet meer veranderen!

Toen Napoleon keizer was, gaf hij de opdracht om  van het Louvre, op dat moment omgedoopt tot Musée Napoléon, het mooiste museum in het universum te maken. Dat ging maar even goed. Zodra Napoleon in ballingschap leefde, zagen de geallieerde landen hun kans schoon om meer dan 5000 kunstwerken uit het museum terug te halen.

Anna is een groot deel van de tijd dat ze in Parijs verblijft, leerling van de beroemde schilder Jacques-Louis David.

Hij was niet alleen politiek actief, maar ook de officiële kunstschilder huisschilder van Frankrijk ten tijde van de Franse Revolutie en het bewind van Napoleon. Hij haalde zijn inspiratie uit de klassieke oudheid, maar schilderde die op een (voor die tijd) moderne manier. Deze stijl werd bekend als het neo-classicisme.

In Verdwenen Woorden neemt hij Anna aan als leerling in zijn atelier in het Louvre. In werkelijkheid heeft heeft hij zelfs meer dan 400 leerlingen gehad. In het Louvre  kun je zijn schilderijen vinden in de Denon-vleugel op de 1e verdieping (Daru, zaal 702). Twee van zijn beroemdste schilderijen betreffen scenes die ook in Anna's leven voorkomen: de kroning van Napoléon en de moord op Marat. 

Op het schilderij (zes bij tien meter!) van de kroning van Napoleon kun je een heleboel personen uit het boek herkennen.

Kijk om te beginnen naar het balkon linksboven. De staande man op de tweede rij is de schilder David zelf, met een schetsblok in zijn hand. Voor hem zit zijn vrouw, links en rechts hun dochters. Wie de vrouw rechts daarvan is, weet niemand, maar het zou natuurlijk Anna kunnen zijn. Overigens stond David in werkelijkheid aan de andere kant van het schilderij om schetsen te maken.

Er klopt wel meer niet aan het schilderij en dat had te maken met de grillen van Napoleon. Die oude vrouw op de troon onder het balkon is zijn moeder. In werkelijkheid was ze er helemaal niet: op de dag van de kroning hadden ze ruzie. En zie je het gezicht direct achter Napoleon? David had deze persoon alvast van te voren geschilderd: dit zou de paus moeten worden die de kroon op het hoofd van Napoleon ging plaatsen. Maar toen Napoleon daarover van gedachten veranderde - hij wilde zichzelf kronen - heeft David de paus overgeschilderd als een andere beroemde historische figuur. Herken je hem? 

De vrouw achter het jongetje op de voorgrond links is Hortense, die later koningin van Holland is geworden. Haar toekomstige man, koning Lodewijk, is de tweede man van links. Als Jules, de geliefde van Anna, heeft de jongeman wiens hoofd je tussen de vierde en vijfde kandelaar ziet, model gestaan. 

Ben je in de Notre Dame? Loop dan helemaal naar achteren, naar het altaar. Als je goed kijkt, zul je het decor herkennen van Davids schilderij. 

De moord op Marat is een heel ander verhaal, waar Anna ook mee te maken kreeg. David maakte niet alleen dit schilderij, hij organiseerde ook een ceremoniële eretocht voor zijn goede vriend. In een speciaal aangeschafte badkuip werd het lichaam van de held Marat door Parijs vervoerd, waarbij David een rechterarm van een ander lichaam gebruikte op dezelfde manier als op het schilderij over de rand te laten bungelen. Helaas viel het er halverwege de ceremonie uit, hetgeen een grote schok bij de toeschouwers veroorzaakte, zo gaat het verhaal.

Er zijn meerdere versies van dit schilderij gemaakt (waarschijnlijk door zijn leerlingen). De originele versie hangt in Brussel. Een kopie kon je lange tijd in het Louvre vinden, maar op dit moment is het schilderij helaas opgeslagen in het depot. Later is men overigens minder positief over Marat gaan denken, en is er een schilderij gemaakt waarbij juist Marats moordenares Charlotte Corday een heldenstatus kreeg.