Montmartre heette ten tijde van de revolutie Mont-Marat, naar de beruchte journalist en uitgever die in zijn bad vermoord werd. Het was in Anna’s tijd een afzonderlijk dorp buiten Parijs, gebouwd tegen een hoge heuvel. Dat is nu nog te zien aan de kronkelige straatjes en de landelijke huisjes.
Er zijn nog best wat gebouwen in de wijk Montmartre, die er al staan sinds Anna er kwam. Montmartre kende een eigen kerk, stadhuis, klooster, begraafplaats, wijngaard en er waren veel molens waarmee o.a. kalksteen uit de grond tot gips werd gemalen. De meeste zijn later gesloopt, maar een van de molens die nog overeind staan, is de Moulin de la Galette aan de Rue Lepic.
|